In de praktijk

De lessen van een ontwikkeltraject voor vrouwen met een niet-westerse migratieachtergrond

Langere nazorg blijkt een belangrijke succesfactor

De gemeente Almere en uitzendorganisatie Randstad begonnen in 2022 een bijzonder ontwikkeltraject voor vrouwen met een niet-westerse migratieachtergrond, onder wie statushouders. In maart 2024 eindigt deze pilot en zijn veel successen en persoonlijke overwinningen behaald én lessen geleerd, die ook leerzaam zijn voor andere gemeenten.

“Met begeleiding vanuit contact en vertrouwen kwamen we tot veel betere gesprekken met deelnemers.”

Nadia Reingoud, klantmanager van de gemeente Almere

Het ontwikkeltraject is voortgekomen vanuit de al langere samenwerking tussen de gemeente en Randstad en onderzoeken naar deze doelgroep. “Vrouwen met een niet-westerse achtergrond zitten regelmatig thuis, terwijl er in die groep veel arbeidspotentieel zit. Doordat de aandacht vaak als eerste is uitgegaan naar de mannen, is het een beetje een vergeten groep. Daarnaast is de situatie van de vrouwen zeer divers. Er zitten veel vrouwen bij die nog wel een paar stapjes kunnen zetten op de participatieladder,” zegt klantmanager Nadia Reingoud van de gemeente. De gemeente Almere had de visie en het lef om juist met deze doelgroep aan de slag te gaan. Hun bestaande kennis over de doelgroep leidde tot dit project.

Doel en aanpak

De doelgroep voor de pilot zijn vrouwen die al langere tijd in de uitkering zitten. Zij volgden een begeleidingstraject van twintig weken. “Werk is niet per se het doel. Voor sommigen wel, maar voor anderen is het doel om andere stappen te zetten,” zegt Marianne Akker, adviseur begeleiding en bemiddeling van Randstad RiseSmart. Reingoud: “Voor de een is dat netwerkopbouw door te gaan koffiedrinken bij een eenzame buurvrouw en voor de ander een opleiding doen of vrijwilligerswerk. Vaak is het geen eindstap, maar een belangrijke tussenstap voor hun participatie.”

Deelnemers volgen in een klasje van ongeveer vijftien personen een flexibel programma, afgestemd op hun behoeften. Ze komen sowieso twee keer per week samen bij de gemeente. Begeleid door onder andere Reingoud en Akker volgen ze trainingen (verzorgd door huistrainers van de gemeente), voeren ze (groeps)gesprekken en maken kleine uitstapjes, waaronder bedrijfsbezoeken. Ook zijn er 1-op-1-gesprekken met klantmanagers waarin persoonlijke doelen, de thuissituatie en mogelijke drempels en ondersteuningsbehoeften worden besproken. Reingoud: “Die gesprekken zijn direct waardevoller en diepgaander geworden, omdat we praten vanuit een vertrouwensband. Bij sommige vrouwen vraag ik me echt af hoe ze het eerder gered hebben. Daar hadden wij eerder geen zicht op.” Deelnemers hebben via het Volwassenenfonds ook een vergoeding gekregen om te sporten of zwemles te volgen. Ook daar wordt veel gebruik van gemaakt.

“Werk kan een doel zijn, maar voor sommigen zijn andere tussenstappen juist belangrijk”

Marianne Akker, adviseur begeleiding en bemiddeling van Randstad RiseSmart

Bemiddeling naar werk

Voor hun persoonlijk traject kunnen deelnemers een cursus of opleiding volgen en kunnen ze hulp krijgen bij de bemiddeling naar werk. Ook is een taaldocent aangetrokken die de vrouwen helpt de inhoud van trainingen in het programma effectiever te benutten. Akker: “De extra taallessen zijn beschikbaar voor wie dat wil. Sommigen spreken al gewoon goed Nederlands. De onderlinge situaties verschillen enorm.”

Randstad speelt een belangrijke rol bij de bemiddeling naar werk en bijvoorbeeld het organiseren van bedrijfsbezoeken. Reingoud: “Randstad heeft een groot netwerk en veel ervaring met het bemiddelen van deze doelgroep, ook bij andere gemeenten. Maar Marianne fungeert ook als ‘halve klantmanager’. Wij nemen taken van elkaar over en doen de begeleiding echt samen. De betrokkenheid van Randstad zorgt voor een duidelijke focus op werk voor deelnemers die daar klaar voor zijn. Een verschil is dat bij gemeenten vaak vanuit beleid naar personen wordt gekeken. Randstad kijkt eerst naar de mens en zijn talenten en daarna welke werkgever daarbij past. Een voordeel is ook dat Randstad contact houdt met deelnemers nadat ze uit de uitkering komen, ook als ze niet via Randstad werken. Bij gemeenten stopt de ‘nazorg’ vaak sneller. Nu is gebleken dat langere nazorg bij deze doelgroep van groot belang is.”

Resultaten

Het intensieve begeleidingstraject leidt tot mooie resultaten. Van de eerste drie groepen hebben bijna alle deelnemende vrouwen één en vaak meerdere stappen gezet op de participatieladder. Drie zijn zelfstandig ondernemer geworden, elf zijn betaald werk gaan doen en zes zitten hiervoor nog in een bemiddelingstraject. Acht doen vrijwilligerswerk, vijf volgen een opleiding en elf een stage of zitten op een werkervaringsplek. Vijftien deelnemers zijn uitgevallen door ziekte of een multi-problematiek. Reingoud: “Maar zelfs uitval kan een nuttige stap zijn. Bijvoorbeeld als blijkt dat eerst verwerking moet plaatsvinden van ernstige gebeurtenissen. Zo wordt de stilstand doorbroken en daarna kunnen nieuwe stappen worden gezet. Dit is echt een traject met effecten voor de langere termijn.” Akker: “Wij vinden het een mooi resultaat als je ziet waar de meeste vrouwen nu staan in hun ontwikkeling. Bijna allemaal hebben ze overwinningen geboekt en hun zelfvertrouwen is gegroeid. Dat is een belangrijke voorwaarde voor verdere groei. Veel deelnemers hadden last van de taalbarrière, waardoor ze dachten dat ze ‘dom’ waren. Nu weten ze wel beter.”

Lessen en succesfactoren

De pilot eindigt in maart 2024. Dan is de vierde groep deelnemers klaar en zijn zo’n zestig vrouwen begeleid. Reingoud: “De gemeente kijkt nu hoe we dit kunnen inpassen in onze reguliere dienstverlening. Daarnaast neemt Randstad de ervaringen mee naar trajecten bij andere gemeenten. Daarvoor zijn veel waardevolle lessen geleerd.”
Een belangrijke les is de grote meerwaarde van veel contactmomenten. Akker: “Veel vrouwen zeggen: had ik dit maar eerder gehad, dan had ik sneller mijn weg gevonden. Blijkbaar kunnen ze zelf die eerste stappen meestal niet zetten.” Volgens Reingoud onderstreept de aanpak ook de meerwaarde van ’stress-sensitieve dienstverlening’. “Met begeleiding vanuit contact en vertrouwen. Niet vanachter het gemeentelijk loket. Door met elkaar koffie te drinken of een stukje te wandelen kom je tot andere gesprekken en processen. Een omslagpunt is vaak dat mensen zelf meer gaan beslissen vanuit het besef wat zij kunnen en willen, in plaats van dat ze mij volgen omdat ze dat ‘wel goed’ vinden.”

“Met begeleiding vanuit contact en vertrouwen kwamen we tot veel betere gesprekken met deelnemers.”

Nadia Reingoud (klantmanager) van de gemeente Almere

“Werk kan een doel zijn, maar voor sommigen zijn andere tussenstappen juist belangrijk”

Marianne Akker (adviseur begeleiding en bemiddeling) van Randstad RiseSmart

Dalal

“Werken met kinderen is een droom die uitkomt”

Dalal Ibrahim (34) is Jezidi en vluchtte in 2014 met haar man vanuit Irak naar Turkije voor de dreiging van IS. Daar verbleef ze onder zware omstandigheden ruim een jaar in een tentenkamp, waar hun eerste kind werd geboren. In 2016 kwamen ze naar Nederland waar twee jaar later hun tweede kind is geboren. In 2022 kreeg ze de Nederlandse nationaliteit. Haar man werkt nu fulltime bij een sanitairbedrijf en zelf wilde ze ook aan de slag. Maar dat viel niet mee zonder diploma’s of werkervaring in Nederland. “In Irak hadden we een boerderij en werkte ik veel met planten en dieren. Daar weet ik veel van, maar ik heb geen diploma’s. Ik wilde wel graag leren, maar wist niet waar ik moest beginnen. Via de gemeente Almere kon ik in 2023 meedoen aan het ontwikkeltraject voor vrouwen. Dat was heel leerzaam en nuttig. Als klas konden we elkaar helpen en waardevolle ervaringen uitwisselen. Ik wilde graag werken in de kinderopvang en begon aan de leerwerkopleiding (BBL) Zorg & Werk. Na een proefdag ben ik in december begonnen op een werkplek bij een kinderopvang in Almere. Hier kan ik me nu verder ontwikkelen. Daar ben ik heel blij mee. Mijn droom is om nog verder te leren en te blijven werken met kinderen. Misschien ook wel in combinatie met wat ik allemaal weet van planten en dieren.”