Dilemma

Meer regie of beleidsvrijheid?

Door gebrek aan regie en uniformiteit in ondersteuning, middelen en regelingen voor statushouders blijven veel kansen onbenut.

Door decentralisatie hebben gemeenten meer taken gekregen van de Rijksoverheid én meer beleidsvrijheid om deze taken goed uit te voeren. Afgestemd op regionale en persoonlijke behoeften van de doelgroep. In de praktijk zorgt dit voor grote verschillen tussen het beleid van gemeenten en de mogelijkheden die zij bieden aan doelgroepen die zij ondersteunen, onder wie statushouders.
Werkgevers en dienstverleners die statushouders kansen willen bieden, pleiten voor meer regie en eenduidigheid.

Waar wringt het?

Werkgevers, opleiders en andere partijen die betrokken zijn bij de opvang, begeleiding en inburgering van statushouders ervaren een gebrek aan regie en uniformiteit. Vooral doordat verschillende gemeenten en instanties verschillende procedures en regelingen hanteren. “Dat leidt tot onzekerheid en vertragingen voor onze organisatie en voor statushouders,” zegt directeur Khalid Rabhi van Van Leren Naar Werken, een landelijk opererend bedrijf dat mensen helpt om duurzaam werk te vinden en behouden.

“Verbeterde ondersteuning en regelingen voor statushouders vergroten de kans op succesvolle participatie”

Khalid Rabhi, directeur Van Leren Naar Werken

Ook ESPEQ Vakmansgroep – detacheringsbureau en onderdeel van ESPEQ Bouwopleidingen – ervaarde grote verscheidenheid in de aanpak en voorzieningen van gemeenten. “Wij begonnen vanaf 2018 ook te kijken naar statushouders vanwege de grote schaarste aan vakkrachten. Wij zijn hen zelf gaan opleiden en detacheren,” vertelt Stef Noppers, manager relatiebeheer & marktontwikkeling. “De diversiteit aan regelingen bij de 16 gemeenten in Noord-Holland Noord bleek nauwelijks werkbaar en het is aan werkgevers ook niet uit te leggen dat het per statushouder uit andere gemeenten zo verschilt. Ook is mij opgevallen dat de participatieaanpak van gemeenten vaak niet direct gekoppeld is aan de plaatsing naar werk. Daardoor is er bijvoorbeeld soms geen scholingsbudget meer, terwijl dat vaak wel nodig is. Ook de thuisbegeleiding krijgt onvoldoende aandacht, terwijl dat vaak nodig is, omdat er in gezinnen veel verandert. Een leefcoach is hiervoor cruciaal, naast de begeleiding op de werkvloer die bedrijven kunnen verzorgen.”

De gevolgen

Het gebrek aan uniformiteit belemmert vooral een vlotte integratie en het creëren en benutten van kansen, concluderen beide betrokkenen. Daardoor is het moeilijker om (leer)werkkansen voor statushouders te creëren. Rabhi: “Het zorgt bij ons voor veel complexere administratieve processen en voor onduidelijkheid en zelfs tegenstrijdige informatie. Daar hebben wij en statushouders veel last van.”

Om meer eenduidigheid te scheppen, heeft ESPEQ zelf een arrangement uitgewerkt voor gemeenten in Noord-Holland Noord waaraan zij zich committeren. Noppers: “Dit zorgt voor meer uniformiteit en meer kansen voor statushouders. Wanneer het ons gezamenlijk ook zou lukken om de kandidaten niet alleen opleidingsbudget te bieden en begeleiding op de werkvloer, maar ook een leefcoach die het gezin helpt, dan hebben wij de overtuiging dat het aantal succesvolle en duurzame plaatsingen substantieel nog hoger wordt.”

“Koppel participatie direct aan de baan die een statushouder gaat vervullen en stuur op output”

Stef Noppers, manager Relatiebeheer & Marktontwikkeling van ESPEQ Bouwopleidingen

De oplossing 

Meer centrale regie met uniforme procedures en regelingen kan zorgen voor meer duidelijkheid en gelijke kansen. Koppel participatie direct aan de baan die een statushouder gaat vervullen en stuur op output, adviseert Noppers. “Zo ontstaat er meer tijd en budget voor de ontwikkeling en voorbereiding op het daadwerkelijk uitvoeren van een betaalde baan. Zorg daarnaast voor betere begeleiding thuis op het moment van werken. Dit resulteert in betere focus op het werk, terwijl de ondersteuning aan huis zich richt op alle aspecten die komen kijken bij een loondienstverband.”
Als gemeenten dat niet kunnen realiseren, kan de Rijksoverheid ook weer de regierol nemen.

Rabhi: “De kunst is wel om naast meer eenduidigheid ook te zorgen voor flexibiliteit, zodat maatwerk voor kandidaten – binnen vastgestelde kaders – ook mogelijk is. Waar het voor de een fijn is om gelijk aan het werk te kunnen, kan een ander meer gebaat zijn bij het volgen van een uitgebreider werkfittraject. De verbeterde vormgeving van ondersteuning, middelen en regelingen voor statushouders zorgt voor een efficiënter proces van opvang en begeleiding. Dit zou de integratie van statushouders versnellen, hun welzijn verbeteren en de kans op succesvolle participatie in de samenleving vergroten.”