De stelling

“Het ‘comfort’ van de uitkeringssituatie belemmert voor statushouders de stap naar participatie of werk”

“Logisch om intensieve inburgeringstraject vanuit uitkering te starten.”

Dit zegt Marjolein Schlijper, loopbaanbegeleider bij maatschappelijke werkgever Impact

“De financiële prikkel om te werken, zou anders moeten zijn.”

Dit zegt Noortje van Loon, directeur en cursuscoördinator van JAR Opleidingen

“Inburgeringstrajecten kunnen sneller en beter door bundeling”

Marjolein Schlijper, loopbaanbegeleider bij maatschappelijke werkgever Impact

“Ik ben het niet eens met de stelling. Het inburgeringstraject dat statushouders doorlopen voordat ze aan het werk kunnen, is heel intensief. Daarom vind ik het logisch dat ze dit vanuit de uitkeringssituatie starten. Bij de Zelfredzaamheidsroute gaat het om 800 uur verplichte taalles en 800 uur participatie. En dat terwijl er bij het inburgeren in een ander land voor een gezin nog veel meer komt kijken. Wel kunnen inburgeringstrajecten vaak beter of sneller. Daardoor kunnen statushouders dan sneller aan het werk en uit hun uitkering komen. Dit vraagt vooral om een duidelijk en goed georganiseerd inburgeringstraject. Wij zijn er daarom voorstander van om alles onder één dak te organiseren: werken, leren en de persoonlijke begeleiding. Dat werkt beter en efficiënter en het geeft kandidaten meer duidelijkheid. Dat is een belangrijke succesfactor. Bijvoorbeeld omdat deelnemers zo bij hun traject contact hebben met een kleiner aantal vaste mensen. Dit zorgt voor betere communicatie – in het begin vaak toch al een uitdaging – en een planning waarin minder agenda’s een rol spelen. Dat komt de doorlooptijd ook ten goede. Als deelnemers onvoldoende overzicht hebben, leidt dat sneller tot absentie of langere trajecten met minder goede resultaten. Toch organiseren gemeenten dit heel verschillend. Vaak ook wél met meerdere verschillende partijen. Dan moet een gemeente zelf wel echt zorgen voor goede regie. Wij werken vooral met statushouders in de gemeenten Kampen en Dronten. Alleen al in deze twee gemeenten zijn de aanpak en beschikbare voorzieningen behoorlijk verschillend. Dan kun je nagaan hoe dat in 342 Nederlandse gemeenten is. Ook werkgevers hebben daar veel last van als zij statushouders uit verschillende gemeenten aan het werk willen helpen.”

“Voor wat extra moeite krijg je heel loyale medewerkers terug”

Noortje van Loon, directeur en cursuscoördinator van JAR Opleidingen

“Ik ben het eens met de stelling, maar wel met een kanttekening. Voor statushouders kan de overgang naar werk uitdagend zijn, vooral vanwege procedures die hen gedurende lange tijd het recht om te werken hebben onthouden. Bovendien hebben ze naast het doorlopen van het inburgeringstraject niet altijd de mogelijkheid om te werken. Daarom is het vaak nodig om statushouders eerst te activeren en te helpen bij het opbouwen van hun werkuren. De Nederlandse taal en cultuurverschillen vormen hierbij een extra uitdaging. De werknemersvaardigheden verschillen vaak sterk per land van herkomst. Het is belangrijk om hier aandacht aan te besteden. Veel statushouders kunnen het werk dat ze voorheen deden in Nederland niet meer uitvoeren door het opleidingsniveau of de vereiste taalbeheersing. Statushouders willen graag aan de slag, niet alleen voor hun inkomen, maar ook voor zingeving en om een bijdrage te leveren aan de samenleving. Maar de moeite die statushouders moeten doen om aan de slag te gaan, kan hen weerhouden. Ook door de geringe financiële stimulans van uitkeringen en toeslagen. Daarnaast vormt de administratieve afhandeling een drempel.

Voor overheidsinstellingen vormen statushouders een bijzondere doelgroep omdat het een vrij kleine groep is die extra ondersteuning nodig heeft om succesvol aan de slag te kunnen. Wij bieden hiervoor taalonderwijs aan, maar ook aandacht voor cultuurverschillen en traumaverwerking is belangrijk. Onze leerlingen en hun gezinsleden hebben vaak veel doorgemaakt. Dat is iets waar veel gemeenten niet op ingericht zijn. Wij adviseren werkgevers die met deze doelgroep willen werken om rekening te houden met de extra tijd en aandacht die geïnvesteerd moet worden voordat een statushouder zijn plek vindt. Er zijn voorzieningen beschikbaar, zoals subsidie voor opleidingen, loonkosten en begeleiding. Werkgevers die dit succesvol aanpakken, krijgen hiervoor zeer loyale medewerkers terug die als visitekaartje fungeren voor hun bedrijf.”